Skip to main content

Inhoud

De manier van werken in de STARgroep kent vier pijlers die samenkomen in de woorden Samen-Talent-Autonomie-Relatie. Inderdaad: STAR.

Samen

Doordat de leerlingen SAMEN in een peergroep zitten kunnen ze zich spiegelen aan, herkennen in en leren van elkaar. Door SAMEN te werken met de kinderen, de eigen leerkracht en de ouders wordt het hele systeem betrokken.

Talent

We werken TALENTgericht. De kinderen ontdekken hun eigen talenten en de talenten van de ander. Door hun ouders en leerkrachten worden de kinderen gezien in hun talenten.

Autonomie

We praten niet over de kinderen, maar met de kinderen, omdat we grote waarde hechten aan hun AUTONOMIE. We laten hen denken over hun talenten, over wie ze zijn en over hun ontwikkelpunten. Zij denken mee over de stapjes die zij kunnen zetten om hun talenten te verzilveren en te groeien in hun ontwikkelpunten, die we samen vertalen naar EIGEN LEERWENSEN. Zo worden de kinderen mede-eigenaar van hun eigen ontwikkeling. Een sterk mechanisme om het zelfvertrouwen te laten groeien.

Relatie

De RELATIE staat centraal in het positief en OPLOSSINGSGERICHT werken en begeleiden. We vergroten uit wat wel werkt, welke stapjes wel al gezet zijn, samen met ouders en leerkrachten. Kinderen, ouders en leerkrachten bepalen IEDER de doelen waar het kind aan gaat werken en waar zij zelf aan gaan werken. Ze worden elkaars supporters en vieren kleine succesjes. Deze positieve manier van werken en begeleiden versterkt de relatie tussen alle betrokkenen. De onderwijs ONTWIKKELbehoeften van de kinderen worden helder en er kan verkend worden wat dat betekent voor het onderwijs in de eigen groep.

Leerwensen

Met elk kind wordt een eigen leerwens geformuleerd. Vaak is dit gericht op ‘omgaan met jezelf, jezelf kennen, omgaan met de ander of leer- en werkhouding’. Het kind bedenkt: wat zou ik graag willen  dat een beetje beter gaat en wat is dan het eerste dat ik anders kan proberen te doen. We maken een plannetje hoe het kind dit kan gaan oefenen, eerst in de STARgroep en later ook op andere plekken. En we spreken van tevoren al af hoe we het gaan vieren wanneer er hard genoeg geoefend is. Vanuit een groei-mindsetgedachte spreken we niet zozeer over het behalen van doelen, want proberen = leren en oefenen = ontwikkelen.

In eerste instantie ‘betrappen’ we de kinderen op de momenten waarop het al wel een beetje lukt. En we merken dat ze al vrij snel van elkaar kunnen benoemen wat ze goed zagen gaan. Dit geeft veel vertrouwen en moed om aan de slag te gaan met dat wat je eigenlijk nog heel lastig vindt.